Lelieteelt

Herman is begonnen met lelieteelt op contract in 1992. Dit heeft zich door de jaren heen ontwikkeld tot een arbeidsintensieve bedrijfstak waar Han zich later heeft bijgevoegd, met een huidige oppervlakte van 25ha, waarvan alles contractueel. Voor de ‘eigen’ lelies moet je teeltlicenties kopen, en daarbij meestal uitgangsmateriaal zodat je een eigen areaal kan opbouwen. We hebben door de jaren heen het geprobeerd maar was niet aan ons besteed wij doen de teelt op contract voor een contractgever.

Teelt

Het grootste gedeelte van onze lelieteelt is contractteelt, vanwege de vele bedrijfstakken waarin we actief zijn. Eigen teelt is namelijk heel tijdsintensief. Wij telen vooral zogenaamde ‘leverbare’ lelies.

» Lees meer

Deze zijn gebonden aan een jaarcyclus die bestaat uit planten in het voorjaar en oogsten in het najaar, met verkoop en aflevering aan onze exporteurs en bloementelers (broeiers).

Het andere deel is plantgoed, waarmee er voor het volgende seizoen weer bollen zijn om te planten. Ongeveer 80% van de Nederlandse leliebollen gaan naar het buitenland. Meestal als bol, maar ook als bloem via een broeier. Deze laat er dan een bloem uit groeien. Die wordt gesneden als er mooie knoppen aan zitten.

» Lees minder

Vermeerdering

De vermeerdering vindt vooral plaats door de bloembollen te schubben. Dikke bollen worden dan gepeld en de schubben worden gebruikt voor de vermeerdering.

» Lees meer

De schubben gaan 1-2 jaar in de grond. De schubben wordt door ons na 2 jaar gerooid en gespoeld, waarna de schubben de koelcel in gaan. De bollen zijn na het planten aan het einde van het jaar merendeel verkoopbaar de rest kan volgend seizoen weer in de grond voor een herkansing.

De te schubben bollen (het uitgangsmateriaal) zijn van een hoogwaardige kwaliteit die gegarandeerd wordt door de Bloembollenkeuringsdienst (BKD).

Bloembollen worden door ons soms ook via weefselkweek vermeerderd. In dit geval worden de bollen geschubd en versneden. In het laboratorium leiden de daar aanwezige ideale groeiomstandigheden tot nieuwe, gezonde plantjes.

» Lees minder

Planten

Eind maart beginnen we met het planten van de lelies. De grond wordt voorbewerkt met een voorzet woeler in combinatie van een frees, en dan geploegd. Kort voor het planten worden de bedden gefreesd en geprepereerd tegen aaltjes zo dat ze zo gezond mogelijk van start gaan. Daarna worden de bollen geplant.

» Lees meer

De 5-regelplanter (plantmachine) legt de leliebollen door middel van 5 sleufvoeten in de grond, waarna deze weer bedekt worden met de opzijgeschoven aarde. Dan kunnen de bollen beginnen met groeien. Om verstuiving van het zand tegen te gaan spuiten we soms een dun laagje mest over het perceel, zodat het zand daardoor goed vastgehouden wordt en stuif schade voorkomen word.

» Lees minder

Gewasverpleging

Bij de verzorging van de lelies komt veel arbeid kijken. Als de bollen groeien is goede voeding belangrijk. Er worden dan ook grondmonsters genomen en indien nodig wordt er kunstmest gestrooid of bladbemesting gespoten. Onkruid wordt, indien het  hinderend voor de lelie is, verwijderd. Greppels worden aangelegd om overtollig water af te voeren. De kopakkers worden ingezaaid met een grasmengsel om de weg langer schoon te houden en het aangezicht bij te kunnen houden. Beter goed gemaaid dan slecht geschoffeld. Ook wordt er soms in overleg met grondeigenaren en behoevende omwonenden een bloemenmengsel of maïs gezaaid als bufferzone.

Beregenen

Bij droogte beregenen wij. De lelie heeft veel water nodig om te kunnen groeien.  Meestal volstaat een bron als wateraanvoer voor onze percelen met lelies. Een waterbron wordt altijd aangemaakt met toestemming van de grondeigenaar. Ook gebruiken wij oppervlaktewater zoals watervoerende sloten.

» Lees meer

Het grootste gedeelte van de beregening gebeurt met de haspel. Het beregenen van de 2-jarige lelies gebeurt met vaste beregening.

Vaak beregenen wij met een haspel. In zo’n geval wordt het water met een sproeier verspreid over het perceel.  De pompunit wordt samen met de haspels en de transportslangen vervoerd tussen onze percelen. Met de trekker wordt de haspel verplaatst naar de benodigde plek. Door de snelheid waarmee de slang op de haspel rolt kunnen we inschatten met hoeveel millimeter er beregend wordt. Met de op het perceel aanwezige regenmeter kunnen we tijdens het beregeningsseizoen een indicatie krijgen van de beregende hoeveelheid.

Voor onze 2-jarige lelies gebruiken wij hoofdzakelijk de vaste beregeningsmethode. Dit houdt in dat er buizen in de bedden worden gelegd vóórdat de lelies opkomen, want anders kunnen ze beschadigd worden.  Op deze buizen worden de sprinklers verdeeld aangebracht om het perceel egaal te kunnen beregenen. De pompunit wordt dan naar het perceel gebracht en de buizen worden op basis van de capaciteit (hoeveelheid sprinklers) geactiveerd. In het voorjaar wordt deze methode ook toegepast om de mogelijke schade van nachtvorst te beperken.

» Lees minder

Gewasbescherming

De lelie is een kostbaar gewas, en daarom beschermen wij de lelieplant regelmatig tegen schimmelinfecties en virusoverbrenging door toepassing van gewasbescherming. De gewasbescherming wordt met de nodige licenties en keuringen uitgevoerd. Dit doen we met onze Agrifac HighTechAirPlus gewasbeschermingsmachine.

» Lees meer

Hiermee realiseren wij 50% meer capaciteit en spuiten wij minder driftgevoelig.  Wij kunnen de druppelgrootte volledig traploos instellen, van zeer fijn tot grof. Dit leidt in alle gevallen tot een betere bedekking van het bladoppervlak. Het aantal spuitbare uren neemt toe doordat de windgevoeligheid van het spuitwerk sterk afneemt. Door regelmatig het gewas te beschermen volstaat een lage dosering. De frequentie heeft ook te maken met de snelle afbraak van de diverse middelen. Om resistentie te voorkomen worden middelen afgewisseld. Wij maken een keuze op basis van wat op een zeker moment het meest effectief is. Dat is afhankelijk van het stadium van de plant, de ziektedruk, weersinvloeden. Het advies wat betreft de middelen krijgen we van ervaren adviseurs in ons geval is dat Agrowin.

Er bestaan geen gewasbeschermingsmiddelen die alleen in lelies worden toegepast. Het onderzoek en de toelatingskosten zijn daarvoor te hoog. Meestal is het andersom. Er is door de Commissie Toelating Gewasbescherming en Biociden (CTGB) toestemming gegeven gebruik te maken van een stof die ook al is toegelaten in andere gewassen.
Door veranderende inzichten en nieuwe middelen zal deze lijst regelmatig veranderen.

Sommige middelen kunnen een aparte, vaak onaangename, geur hebben. Veelal de biomiddelen zoals Nemater en Stimuter zijn  gemaakt op basis van een puur knoflookextract en dat ruik je. Iets ruiken kan heel vervelend zijn, maar dat hoeft niet per definitie te betekenen dat je dan ook direct een gezondheidsrisico loopt. Denk maar eens aan de geur van paarden, aan de stank van mest die wordt verspreid over het land, of aan de lucht van benzine of diesel als je tankt. Kortom: een vervelende geur is niet direct schadelijk voor je.

» Lees minder

Koppen

Doordat de bloemknoppen vóór de bloei van de lelieplant verwijderd worden zijn bloeiende lelies op onze percelen een uitzondering. Af en toe laten we een klein stukje knoppen staan voor geïnteresseerde kopers.

» Lees meer

Dit zogenaamde ‘koppen’ wordt gedaan om de lelieplant een maximale groeipotentie te geven.  Eerst doen we dit mechanisch, en daarna wordt er door vakantiewerkers gekopt. Bij beide methodes komen de verwijderde knoppen in de rijpaden te liggen. Dat is om de schimmeldruk in het gewas te minimaliseren. In dezelfde periode wordt er door vakbekwame mensen virusselectie toegepast. Afwijkende planten worden verwijderd, vaak te herkennen aan bijvoorbeeld verkleuringen in het blad of als de plant groeiachterstand vertoont.

» Lees minder

Oogst

Onze oogstperiode loopt vanaf oktober tot het einde van de decembermaand, en pas wanneer de leliebollen volgroeid zijn. Er wordt gekeken naar de stelen en of deze makkelijk te verwijderen zijn. We oogsten machinaal en soms is het nodig om de stelen te verwijderen.

» Lees meer

De benodigde stelentrekker zit op de rooimachine en is direct bruikbaar. Om bollenschade te beperken wordt er grond meegerooid. Daarna wordt het met kiepers naar de spoelerij vervoerd en gekiept in een stortbak.  Vóór het spoelproces wordt de meegerooide grond door een zeefunit verwijderd, opgevangen in een bunker en teruggebracht naar het land. Daarna gaan de bollen naar een aquagrader: een soorteerunit die de leverbare bollen van het plantgoed scheidt. Ook worden de wortels hier op vuistlengte afgeknipt om de transportkosten te verlagen. Het circuleerwater wordt in onze verschillende bassins ontdaan van slib en humusresten en vervolgens hergebruikt.

» Lees minder

Drone video: Klik hier.

Transport/verwerking

Nadat de lelies gespoeld zijn, worden ze in kuubskisten getransporteerd naar onze leliebollenverwerker. Het andere deel gaat naar de contractteler om daar te worden verwerkt.  Mogelijke onregelmatigheden worden tijdens de verwerking van de bollen verwijderd.

» Lees meer

Dit zijn veelal stelen die nog aan de bol zitten, beschadigde bollen of afwijkende objecten. De bollen worden dan gesorteerd tijdens de weging in de machine waardoor de maat kan worden bepaald. Er wordt extra gecontroleerd op mogelijke beschadigingen aan de bollen. De bollen worden geteld en per maat in kratjes gelegd. Alle kratten worden per partij op pallets gezet en aan de betreffende afnemer geleverd.

» Lees minder

Gladiolenteelt

In 2017 zijn we begonnen met het telen van gladiolen op ons bedrijf. Het begon met een 3 Ha en we zijn door gegroeid naar een 10 Ha contract teelt.

Teelt

Wij telen gladiolen op contract en het betreft de kralenteelt van kleine knolletjes (kralen), die voor het voortbestaan zorgen van het gewas.

Vermeerdering

De meeste bolgewassen vermeerderen zich door het afsplitsen van kleine bloembollen van de hoofdbol. Het grote voordeel van deling van de ouderplant is dat alle geselecteerde eigenschappen in de nieuwe bloembollen behouden blijven. Bij de gladiool verloopt de natuurlijke vermeerdering het snelst. Eén flinke gladiolenknol kan al snel enkele tientallen kleine knolletjes (de zogenaamde kralen) produceren.

Planten

Vanaf begin/midden april beginnen we met het planten van de gladiolen. De grond wordt voorbewerkt met een cultivator of frees (afhankelijk van het voorgewas), en dan geploegd. Kort voor het planten worden de bedden (waar de bollen in geplant gaan worden) gefreesd.

» Lees meer

De 5-regelplanter heeft een trilplaat die de kraaltjes naar de 5 plantvoeten begeleidt. Ze worden net als lelies op een 1,8 meter bed geteeld, waarna de bollen kunnen beginnen met groeien. Om verstuiving van het zand tegen te gaan spuiten we soms een dun laagje mest over het perceel zodat het zand goed vastgehouden wordt.

» Lees minder

Gewasverpleging

Bij de verzorging van de gladiolen komt minder arbeid kijken dan bij lelies. Als de bollen groeien is goede voeding belangrijk. Maar niet te veel, anders kan het gewas omvallen (strijken). Als dat gebeurt kan er nog een groeiremmer gespoten worden, maar dat probeer je te voorkomen.

» Lees meer

Er worden tijdens het groeiseizoen grondmonsters genomen en indien nodig wordt er kunstmest gestrooid. Onkruid wordt, indien het hinderend is voor de gladiool, verwijderd. Greppels worden aangelegd om overtollig water af te voeren, alleen moet er goed opgepast worden dat er bij soortwisseling geen vermenging optreedt doordat je met de greppel van de ene naar de andere soort rijdt. Dit wordt voorkomen door de scheiding aan te sluiten met een schep. De kopakkers worden ingezaaid met een grasmengsel om de weg langer schoon te houden.

» Lees minder

Beregenen

Bij droogte beregenen wij, want gladiolen hebben water nodig om optimaal te groeien. Daarvoor is een goede wateraanvoer nodig. Wanneer er geen bron of watervoerende sloot aanwezig is wordt er in overleg met de grondeigenaar een bron gemaakt.

» Lees meer

We beregenen met een haspel waarmee het water met een grote sproeier over het gewas gespoten wordt. De haspel en de pompunit verhuizen van het ene perceel naar het andere. De slang met de sproeier wordt met de trekker uitgetrokken vanaf de haspel naar de andere kant van het perceel. Langzaam rolt de haspel dan de slang weer op en door deze snelheid kunnen we bepalen hoeveel water er op het gewas komt.

» Lees minder

Gewasbescherming

Om te voorkomen dat het gewas ziek wordt of in de schaduw van onkruid komt te staan, wordt er regelmatig gewasbescherming toegepast. De gewasbescherming wordt met de nodige licenties en keuringen uitgevoerd. Dit doen we met onze Agrifac HighTechAirPlus gewasbeschermingsmachine. Door regelmatig het gewas te beschermen kan volstaan worden met lage doseringen.

» Lees meer

De frequentie heeft ook te maken met de snelle afbraak van de diverse middelen. Om resistentie te voorkomen worden middelen afgewisseld. Wij maken een keuze op basis van wat op een zeker moment het meest effectief is. Dat is afhankelijk van de periode van het jaar,  de weersinvloeden en de ziektedruk. Het advies wat betreft de middelen krijgen we van ervaren adviseurs in ons geval is dat Agrowin.

Er bestaan geen gewasbeschermingsmiddelen die alleen in gladiolen worden toegepast. Het onderzoek en de toelatingskosten zijn daarvoor te hoog. Meestal is het andersom. Er is door de Commissie Toelating Gewasbescherming en Biociden (CTGB) toestemming gegeven gebruik te maken van een stof die ook al is toegelaten in een ander gewas.
Door veranderende inzichten en nieuwe middelen zal deze lijst regelmatig wijzigen.

Sommige middelen kunnen een aparte, vaak onaangename geur hebben. Veelal de biomiddelen zoals Nemater, Stimuter zijn van een puur knoflookextract  gemaakt en dat ruik je. Iets ruiken kan heel vervelend zijn, maar dat hoeft niet per definitie te betekenen dat je dan ook een middel binnen krijgt waarmee je een gezondheidsrisico oploopt.

» Lees minder

Gladiolen knippen/koppen

Je zult op het land niet zoveel bloeiende gladiolen vinden. De gladiolen worden 4 tot 5 keer geknipt/gekopt om ze rechtop te houden en en niet de kans te geven om te vallen (strijken) en het gewas ruimte te geven om te ademen waarmee ook schimmeldruk voorkomen wordt. Zo kan je een maximale groei stimuleren. De kopmachine is hetzelfde als bij de lelies. Hij moet wel vlijmscherp zijn in verband het dunne blad van de gladiool. Regelmatig de machine afstellen is dus een pré.

Oogst

Als de gladioolkralen zijn uitgegroeid en gerijpt, kunnen ze worden geoogst. Dit vindt plaats vanaf oktober/november. De bollen worden met het nodige zand gerooid, om beschadigingen te voorkomen en alle kralen van het land te krijgen. Van de rooier gaan de kralen in een kipper en die brengt de bollen naar onze spoelerij.

» Lees meer

In een grote spoelmachine wordt het zand er afgespoeld. Dat blijft als slib achter in de waterbassins. Vergeleken met de lelieoogst zijn er wat aanpassingen nodig.

Het gebruik van een andere rooier in ons geval een wagen rooier(AMAC E2) die is voorzien van  fijnere rooimatten, en een dicht gevlochten elevator mat. Het afslag apperaat is apart van de rooi machine dit om het taaie loof eerst te kunnen maaien en af te slaan. Bij de spoelerij worden de zandzeef en aquagrader niet gebruikt.

» Lees minder

Transport/verwerking

Nadat de gladiolenkralen gespoeld en gedroogd zijn, worden ze in kuubskisten getransporteerd naar de contractteler om daar te worden verwerkt. Bij de verwerkingslijn worden allereerst eventuele onregelmatigheden verwijderd.

» Lees meer

Denk daarbij aan stenen die nog tussen de bol zitten of beschadigde of afwijkende kralen. Daarna worden de bollen gepeld en op maat gesorteerd. Dan worden de bollen per maat en aantal in kratten geteld. Deze worden per partij op pallets verpakt en aan de betreffende afnemer geleverd.

» Lees minder